Deze zomer had ik een blog geschreven rondom mijn voorkeur voor neo-coöperatief en mijn grote aarzelingen bij neo-liberaal. En dat terwijl ik wel geloof in ‘ondernemerschap’. Na de speech van de VVD vond ik dit het moment om deze te publiceren.
Algemene beschouwingen 8 november 2018
Met een leuke en gevatte presentatie ging VVD-fractievoorzitter Debbie Bruyn-van den Berg in op OZB-problematiek. Ze gaf aan er zijn wat ons betreft twee soorten Hoogeveners. VV-ers en de rest. O ja, er zijn ook nog Hoogeveners die graag VVD-er wilden worden, zo haalde ze haar rekensom naar beneden. Vervolgens verscheen er een provocatieve foto van een anonieme Hoogevener met de tekst ‘OZB-nee’. Een ludieke actie van de afgelopen zomer. Zie verder daarvoor: http://www.kreuzeman.nl/2445-2/ . Er werd verder in het midden gelaten wie dan die ‘would be VVD-er’ precies was. Nu had ik zelf in februari al een beschouwing over CDA en liberalisme geschreven. Graag onderbouw ik mede daarmee mijn keuze voor het CDA. En wil ik duidelijk stellen dat ik geen liefhebben van neo-liberalisme ben. Het CDA-motto: als het door de samenleving kan past me beter. Dus niet persé de overheid als grote regelneef, maar ook niet 100% de markt als het zaligmakende midden.
Grondwaarden
Er is overigens één grote reden waarom ik geen lid zou willen worden van gemeentebelangen of de VVD. Ik hecht er aan lid te zijn van een partij met aan de Bijbel ontleende grondwaarden. Ik ga dat hier helemaal uitwerken, maar schematisch ziet dat er zo uit:
Maar er is nog meer.
De verleiders en hun spiegel
Op 28-2-2018 was ik met mijn geliefde vrouw en twee jongste kinderen bij de ‘Verleiders’. Een vijftal acteurs die (wij wensen prediking) ons de spiegel voorhielden over onze democratie. De jonge dames (14 en 16) hielden het vol ondanks dat zij de enige kinderen in de zaal met 800 waren. Had ik ze onterecht meegesleept in hun voorjaarsvakantie? De voorstelling moet de bezoeker aan het denken zetten. Nu dat lukte! De vijf witte middelbare mannen gaven een inkijkje in het Nederland van de afgelopen 100 jaar en kwamen uit in de bijna post-neoliberale tijdperk van 2018. Je kunt je overigens afvragen of we daar (de post-neoliberale tijd) zijn aangekomen. Al sinds 2013 spreken we in Nederland over participatiemaatschappij als opvolger van 30 jaar verzorgingsstaat en 30 jaar marktwerking. Zelfs de neoliberaal bij uitstek Mark Rutte neemt deze term in de mond. Sinds 2016 (zie stukken van Prof. T. Biebricher) wordt nationalisme (mijn land is beter) en autoritarisme (een man of een groep is de baas) als opvolger van Neoliberalisme gezien. Zelf wil ik daar niet in meegaan, hoewel ik ook zie dat Trumpiaanse invloeden ons land en daarmee onze stad bereiken. Maar ik zie zonnestralen. En die zijn verwarmend.
De onderlinge crematievereniging
Centraal in de voorstelling van de Verleiders staat een vergadering van 5 bibberige oude mannen. Later blijken zij het bestuur te zijn van een onderlinge crematievereniging. Voor zij die veel vergaderen in VVE’s, kerken, politieke partijen, buurtverenigingen en dergelijke is dit heel herkenbaar. Praten-praten-praten, mening peilen, consensus vinden, stemmen, zachte heelmeesters, goede en verkeerde besluiteloosheid en goede en verkeerde besluitvaardigheid, alles zit er in. Knap gespeeld, maar hoewel het entertainment is, was de spiegel belangrijker. Is dit Hoogeveen? Kennen wij ook neoliberale uitwassen? De onderlinge crematievereniging van de Verleiders ging over tot verkoop aan een ‘slimme kerel’. Vol respect werd er tegen deze slimme adviseur opgekeken. Een adviseur die volgens de heren niet alleen het probleem had opgelost, hij had ook het probleem bloot gelegd. Ze waren er als coöperatieve vereniging helemaal niet van bewust… Slim spelen wordt gerespecteerd. De gelijkenis met Henry Keizer werd natuurlijk gemaakt. Van Houts ging daarin nog even door en stelde graaien en onze neoliberale cultuur aan de orde.
Dat bracht mij bij het artikel van hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk: ‘vecht eerst eens tegen de Henry Keizer in jezelf ’: Waarom zien we de Keizer in onszelf minder goed (vet gedrukte letters zijn keuze van ondergetekende)?
Ten eerste, Mensen oordelen steevast milder over zichzelf dan over anderen. Ze geven zichzelf krediet voor hun goede bedoelingen – die ze, via introspectieve weg, vaak ook beter kennen – en rekenen anderen af op hun gedrag. De ironie is dat ons beeld van anderen vaak beter klopt dan dat van onszelf, want gedrag is een betere graadmeter dan intenties. Hoe strenger iemand oordeelt over anderen en hoe soepeler over zichzelf, des te groter is het verschil. We spreken dan van hypocrisie. Dat verschil wordt groter naarmate mensen meer macht of meer geld hebben. Keizer heeft beide, net als veel anderen die twijfels over hun integriteit hebben opgeroepen.
Een tweede verklaring is dat mensen van elkaar verschillen in hun kijk op sociale dilemma’s, zo bleek uit onderzoek van hoogleraar sociale psychologie Paul van Lange: een keuze voor persoonlijk belang ten koste van collectief belang wordt door coöperatief ingestelde mensen gezien als immoreel en ook onintelligent; immers, wie het collectief schaadt, schaadt uiteindelijk ook zichzelf. Mensen met een individualistische of competitieve instelling zien diezelfde keuze juist als een teken van intelligentie. Dat wordt bijvoorbeeld geïllustreerd door de gesprekken van Joris Luyendijk met bankiers in de City of London. Hun neoliberale moraal was: het is mijn taak om slimmer te zijn dan de klant en slimmer dan de concurrent, binnen de grenzen van de wet; zo zit de wereld in elkaar, en als je daar niet aan meedoet ben je een sukkel en vraag je erom dat anderen je uitbuiten.
Ten derde speelt conformisme een rol. Als dit soort ‘slimme’ transacties in VVD-kringen normaal is, zoals Youp vermoedt (NRC 29/4), en als mensen hun morele standaard ontlenen aan wat anderen in hun omgeving denken en doen, zoals Bas Heijne schrijft, lijkt de blinde vlek van de VVD’ers onvermijdelijk. Een buitenstaander, met een andere referentiegroep, ziet dit natuurlijk scherper dan iemand die er middenin zit. Dat verklaart het verschil met de perceptie van media en burgers.’. Uit dit stuk haal ik één punt: er zijn dus coöperatief ingesteld en individualistisch ingestelde mensen. We houden dat even vast….
Participatiemaatschappij als oplossing voor neoliberalisme?
In het toneelstuk van de onderlinge crematievereniging zag ik een link met het gedachtengoed van het CDA. De gespreide verantwoordelijkheid. Wij zijn lotgenoten in een (lokale) samenleving, we moeten wel samen optrekken want als egoïstisch individu redden we het niet. Oud-minister Henk Bleker brak in DvhN van december 2010 ook al een lans voor het maatschappelijk middenveld. Velen denken dan aan de participatiesamenleving. Echter is het begrip participatiesamenleving niet een wolf in schaapskleren? De macht van overheid, democratie, maar ook de productiefactor arbeid is door marktwerking en privatisering teruggedrongen. De markt met haar onzichtbaar regulerende hand zou voor ons allen goed zijn. Als we het bovenste champagneglas volschenken en zo vol mogelijk dan wordt vanzelf het onderste glas ook gevuld. Reagen (sprekende pop) en Thatcher (iron lady) hebben daar vanaf 1980 de wereld mee veroverd. Wij zijn daar als Nederland volop in meegegaan. Marktwerking en schaalvergroting waren de modewoorden. Marktwerking zorgt voor efficiency en ondernemers zijn de enige die vanuit gedrevenheid iets kunnen bereiken. Is een beursfonds nog zo’n onderneming? Of is het een eenzijdig op winstmaximalisatie en aandeelhouderswaarde gericht anoniem werkverband? En schaalvergroting heeft dat ons de oplossing gebracht? Zelf heb ik twee keer tegen een fusie gestemd van een onderlinge verzekeringsmaatschappij, maar na twee keer te hebben verloren, heb ik een derde keer het hoofd in de schoot gelegd. Vanuit risicomanagement, governancecodes en toezichthouders (-kosten) moeten we wel fuseren. Nog even de metafoor van de champagnetoren: ook de Verleiders noemden deze, een belangrijke bijkomstigheid is wel dat eerst het hoogste glas vol moet en ten tweede dat ook veel champagne vermorst wordt. In het einde van zijn leven heeft wijlen Ruud Lubbers dat ook ingezien . Nieuwe zakelijkheid is mooi als het om efficiency gaat, maar niet in geld uitgedrukte grondstoffen (als onze aarde) werden daarin niet meegenomen. Zelf zou ik graag het economische stelstel met ‘true value’ uitgebreid zijn. Schade aan mens, samenleving, natuur in brede zin moet dan ook voor rekening van de economische entiteit komen! Na Piketty (ongelijkheid is gevaarlijk, zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Thomas_Piketty) zijn we nu aangekomen bij Kate Raworth (de donut economie, zie https://www.kateraworth.com). Wat wordt hard gewerkt aan verbetering van de wereld…op papier. Dat vaak wel. En dat terwijl wij worstelen met de gevolgen van neoliberalisme of implementatie van de participatiemaatschappij.
Hoogleraar en CDA-denker Ernst Hirsch Ballin (waarom heeft Lubbers op dat punt zijn zin niet gekregen) heeft de huidige participatiesamenleving het ook prachtig geanalyseerd : ‘De participatiesamenleving is een waardevol concept. Het krijgt inhoud door de waarden van sociale rechtvaardigheid, subsidiariteit en solidariteit. Maar het kan ook worden misbruikt als voorwendsel voor staatsonthouding, terwijl mensen in de wisselvalligheden van economie en samenleving bekneld raken. De participatiesamenleving krijgt vorm door goed overheidsbeleid, beleid dat zich laat leiden door het besef dat de samenleving op eigen kracht veel kan, maar niet alles.’. Rechtvaardigheid en solidariteit kennen we als CDA-ers als geen ander. Het zit in onze grondwaarden. Samen met gerechtigheid en verantwoordelijkheid. Maar dat derde woord wat Hirsch Ballin toevoegt: ‘subsidiariteit’, wat moeten we daarmee?
Decentralisaties
Een ding is in mijn afgelopen 4 jaar in de gemeenteraad wel duidelijk geworden. Decentraliseren is (op termijn) bezuinigen op rijksmiddelen. We zien het aan de WMO- of jeugdzorgkosten van komende jaarrekening van Hoogeveen. Maar is decentralisatie alleen maar slecht? Nee, dat denk ik niet, dat komt door het bericht ‘subsidiariteit’. Dit staat namelijk voor ‘neem de beslissingen daar waar dat het beste kan’. En in veel gevallen (niet alle!) is dat het lokale niveau gebleken. Dicht bij de mensen. Dichtbij de problemen. Dichtbij oplossingen i.p.v. vanuit universele regelgeving….. daarin heeft Hoogeveen ook goed werk verzet. Door samen te werken. Dit brengt me op de stroming die ik graag als opvolger van het neoliberale tijdperk zou willen zien. En wellicht ook als vervanger van de participatiemaatschappij die als dekmantel van bezuinigingen wordt gebruikt waarbij winstgevendheid belangrijker dan sociale cohesie.
Niet tegen, maar samen
In de samenleving, ook die in Hoogeveen zie veel ‘tegen-reacties’, we weten heel goed waar we tegen zijn, maar wel zijn in een samenleving ook elkaars lotgenoten. We hebben in de basis allemaal dezelfde behoeften aan gezondheid, veiligheid, bereikbaarheid, geborgenheid en geluk. Waarom zouden we dan zo tegenover elkaar moeten staan. De tegenstellingen door belangentegenstelling is toch contra-productief. Ik heb in 4 jaar CDA in de gemeenteraad best vaak ervaren dat we proberen mee te gaan in voorstellen van partijen die zogenaamd tegen ons waren. Soms ging dat, soms bleven andere argumenten de boventoon voeren. In Hoogeveen, met haar 55.000 inwoners toch geen wereldstad hebben we elkaar hard nodig. Gelukkig dat ook de teneur in de gemeenteraad, maar waarom zijn er dan toch zoveel tegenstellingen. Hoogeveen tegen Treant, Hoogeveen tegen Assen, Hoogeveen tegen Aera, Ondernemers Tamboerpassage tegen gemeente, Onderwijs (Wolfsbos) tegen gemeente, sportclubs (voor kunstgras) tegen de gemeente om van onderlinge strijd nog maar niet te spreken. Ondernemers voor en tegen koopzondag, inwoners voor en tegen zonneparken, inwoners voor en tegen gasvrij bouwen en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Hoezo zonnestralen?
Zonnestralen en rol van de gemeente
Gelukkig kunnen we, als we op zoek zijn naar de neocoöperatieve samenleving, ook in Hoogeveen veel zonnestralen zien. Niet allemaal helemaal wolkenloos, maar toch duidelijk zonnestralen. En dat mag best nog wel een beetje meer zijn. We moeten daarbij vooral denken aan projecten als:
• Noordscheschut: aanleg Zwart Dijkje
• Hollandscheveld: Zorgcoöperatie
• Pesse, Fluiten en Stuifzand: ZDOG: ‘Zaanddorpen op glas’.
• Erflanden: ACE (Activiteiten Commissie Erflanden) die een ijsbaan uit de grond stampten
• En natuurlijk alle Smederijen die al jaren in Hoogeveen actief zijn. Met speciale aandacht voor projecten als:
• Bewonerscollectief Wolfsbos in de ‘d’Olde Bieb’
Jammer dat mijn plan om van het huidige Stark een coöperatie te maken geen gebruik werd gemaakt. Had mooi in dit rijtje gepast! Zie daarom nogmaals: http://www.kreuzeman.nl/publiekewaardecooperatie/
De rol van de politiek op dat vlak is een faciliterende en bewakende. Wij zouden daar de 4B-methode (zelf bedacht) voor kunnen hanteren: Bedenken-Bewerken-Bewaken-Betalen. In schema het volgende figuur:
Neocoöperatieve samenleving (NCS)
Wat zijn dan de kenmerken van de deze NCS? Gaan we terug naar de spruitjeslucht van de ‘Gereformeerde Geitenfokvereniging’? Afgezien dat ik daar ook nog enkele positieve kanten van wil zien, zoals men deed het wel samen en diende het collectieve belang. Misschien wel enkel in de zuil, maar de grondgedachten bestaan ook in 2018 nog wel. Ik wil bijdragen aan het collectieve! Zelf wil ik graag een moderne vorm van coöperatief samenleven. We denken dat het ‘Neo’ vooral hierin zit dat de ‘projecten’ kortcyclisch zijn. De BeBu, betrokken burger (is m.i. ook het tegenovergestelde van de BoBu, boze burger) is bereid zich in te zetten voor iets wat hem of haar direct raakt, zijn of haar leefomgeving beïnvloed, korter duurt dan 18 maanden, moderne communicatie gebruikt (dus geen ellenlange vergaderingen) en doelgericht is. Men wil iets realiseren. De betalende en bewakende overheid moet dus ook goed de juiste rol pakken…De bewakende rol van de overheid is dan ook zeer zeker die van de visionair op de lange(re) termijn. Dus de overheid helpt de BeBu’s op weg. Daarmee worden steeds meer mensen betrokken en vanzelf minder boos.. nu nog de politiek zo ver krijgen dat ze zaken loslaten en zich zien als verlengstuk van de BeBu’s. Volksvertegenwoordiger heet dat volgens mij.
Bijzonder dat er al een voorbeeld is: http://decooperatievesamenleving.nl/index.html
Over modern coöperatief samenleven gesproken…..
Partij van Samen (PvS)
Nadat de ‘Verleiders’ ons wezen op de eigen verantwoordelijkheid. Ze brachten naast veel commentaar en sombere berichten over onze democratie ons en zichzelf een spiegel mee. Wat doen wij eigenlijk aan het verbeteren van de democratie!? In Hoogeveen zien we zonnestralen, maar er is nog wel een hoop ‘tegengas’ te verwerken. CDA wil als ‘Partij van Samen’ daar graag een bruggenbouwer in zijn. Velen weten dat wij, ook in de afge kozen wij de slogan ‘samen thuis in Hoogeveen’. Met de nadruk op SAMEN.
Drs. Erik-Jan Kreuze, raadslid en fractievoorzitter namens CDA (a.k.a. P.v.S.) in gemeenteraad van Hoogeveen, geen would-be-liberaal. Zeker geen neo-liberaal….
Het is nog niet te laat, je kunt nog de overstap maken bij de volgend verkiezingen.