Greenwashing heeft geen positieve connotatie. Zelf heb ik het op onze zomerborrel ‘de fraude van deze tijd genoemd’. Waarom dan toch ‘hoera greenwashing’. Daarvoor moeten we eerst terug naar mei 1879. Dan vlucht Lodewijk Pincoffs naar Brussel en vervolgens naar New York. Multimiljonair met maar $ 600 op zak….en dan komen we vanzelf uit bij 2022.

Pincoffs en de externe boekencontroleur

De affaire van Pincoffs wordt gekoppeld aan de start van het accountantsberoep. Toen nog boekencontroleur genoemd. Eigenlijk waren er in de eeuw voor 1879 al lang plannen, maar de affaire rondom Lodewijk Pincoffs maakt dat de emmer overliep en dat er door commissarissen bij de Nieuwe Afrikaansche Handelsvereniging in de persoon van B.P. van IJsselstein een statutair boekencontroleur werd aangesteld. We zetten kort de Pincoffs-affaire met hulp van wijlen prof. Johan de Vries en Luc Quadakkers op een rij.

Lodewijk Pincoffs wordt geboren op 7 juni 1827, als jongste kind (het negende) uit het huwelijk van Abraham Levy Pincoffs en Roosje Polak. Lodewijk volgt een goede opleiding aan privéscholen in Rotterdam en op een handelsschool in Duitsland.  Zijn eerste zaken onderneemt Pincoffs met Henry Kerdijk, zijn neef en latere zwager en partner in crime. Zij starten in juli 1849 een firma in de textielververij. Pincoffs moet daarvoor eerst bij Koninklijk Besluit meerderjarig worden verklaard. Pincoffs en Kerdijk handelen onder andere in de zogenoemde meekrap, een rode verfstof, gemaakt uit de wortelstokken van de plant Rubia Tinctorum. Het gaat Pincoffs in die eerste jaren meteen goed. Pincoffs heeft een ongeëvenaarde energie, een tomeloze geldingsdrift en een hoog superioriteitsgevoel. Dat vraagt om expansie van zaken. Hij bezit een vrijwel onaantastbare invloed in Rotterdam. Hij is zakelijk zeer actief maar doet ook intensief aan politiek, liefdadigheid en onderwijs. Aanzien, macht, geld en onmisbaarheid zijn belangrijk voor hem, maar hij is ook gul en behulpzaam. Hij zit zeventien jaar in de Rotterdamse gemeenteraad. Hij is een visionair en gelooft in vernieuwing en groei van de stad. Hij zorgt mede voor uitbreiding van de spoorwegen, aanleg van de Nieuwe Waterweg en daarmee voor de ontwikkeling van de haven. Als de zaken vastlopen brengt hij ze weer in gang met zijn onconventionele ideeën. Een opbloeiende haven opent nieuwe zakelijke mogelijkheden. Daarvoor wordt in 1872 de NV Rotterdamsche Handelsvereeniging (RHV) opgericht, met vijftien miljoen gulden kapitaal. Het kapitaal wordt onder meer gebruikt voor de uitbouw van Feijenoord tot een centrum van haven- en handelsactiviteiten. Het is een gigantisch project.

In Afrika ging het allemaal voor de wind, maar als broer Kerdijk in 1860 aan malaria overlijd gaat het bergafwaarts… Voor het op peil houden van de vloot moet vanaf begin jaren zestig (1860) geld worden aangetrokken. Dat gaat om forse bedragen waarbij de schepen en productpartijen als onderpand fungeren. Daarnaast worden negen geldschietende prominenten gevonden die in 1863 toetreden tot de commanditaire vennootschap De Afrikaansche Handelsvereeniging (AHV), die dan uit vijftig vestigingen bestaat. Samen fourneren de commandieten 450 duizend gulden. Er wordt steeds meer geld geïnvesteerd en ook het aantal commandieten loopt op tot elf. De rente en dividenden zijn goed, gemiddeld tien procent. Niemand heeft door dat het ene gat met het andere wordt gevuld. De administratie is rampzalig. De CV wordt omgezet in een NV. De NV Africaansche Handelsvereeniging. Het maatschappelijk kapitaal van de NV bedraagt vier miljoen gulden. De zaken lijken goed te gaan, maar in werkelijkheid wordt geen winst gemaakt. De administratie is rampzalig. De waarde van gebouwen en schepen zijn niet te bepalen en de omvang van de voorraad goederen is onduidelijk. Alle handel wordt samengevat in één saldocijfer, waarin onder meer de verkopen al worden geboekt bij verzending van de goederen. Gerapporteerde winsten zijn in feite verliezen. Niemand heeft het in de gaten, ook de commissarissen niet. Pincoffs en Kerdijk verliezen de grip op de onderneming. Er is te weinig groei, er komt te weinig geld binnen en naast het eigen vermogen moeten steeds meer leningen worden afgesloten. Bovendien is er een indrukwekkend komen, gaan en vergaan van schepen.  Ondanks de verliezen gaan Pincoffs en Kerdijk toch door met hun grootse plannen. Ze bieden veel dividend om het publiek te misleiden. Het bedrog en ‘het pad der vervalschingen’ is nu echt ingezet. Vanaf een bepaald moment begint ook de RHV aandelen te kopen van de AHV. Het geheel is in feite een Ponzi-fraude waarbij nieuw geld wordt gebruikt om eerdere geldschieters te betalen. Pincoffs probeert ook met speculatie snel geld te verdienen om de zaak op de rails te houden. De commissarissen denken dat het goed gaat, ze zijn te goeder trouw en de aandeelhouders zijn blij met hun hoge rendementen. Maar de zaak wordt onhoudbaar. Overigens moeten we ook nog melden dat die AHV niet van onbesproken gedrag is geweest. Want zij deden ook actief aan handel in Afrikaanse slaven. Eén van de zwartste bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis.

Op 1 april 1879 ontvangt Pincoffs een briefje van vriend, geldschieter en commissaris Marten Mees (makelaar en bankier in Rotterdam). Mees heeft ontdekt dat inmiddels kortlopende kredieten in Londen en Parijs worden opgenomen. Hij maakt zich ernstig zorgen over de financiële gezondheid van de AHV en de RHV, samen met enkele partners. Pincoffs bekent gedeeltelijk dat er problemen zijn, maar blijft de zaak bedriegen. Hij geeft de schulden nog steeds veel te laag weer. De zes weken die daarop volgen worden gebruikt om te redden wat er te redden valt. Er worden nieuwe geldschieters gezocht om de ernstigste nood te lenigen. Onderling wordt besloten dat het grote publiek niets over de pijnlijke kwestie mag weten omdat de noodfinanciering zal stuklopen.

Alle pogingen ten spijt gaat de reddingsoperatie ter ziele. Pincoffs vlucht in mei 1879 met vrouw en kinderen naar Brussel. Compagnon Kerdijk maakt zich ook uit de voeten, naar Antwerpen. Beiden geven aan zichzelf van het leven te willen beroven. Pincoffs doet dat niet omwille van zijn gezin. Kerdijk doet in Antwerpen wel twee halfbakken theatrale pogingen in een hotel. Pincoffs vlucht naar New York. Met de Verenigde Staten bestaat namelijk geen uitwisselingsverdrag. Eind mei arriveren de Pincoffsen berooid in New York. Ze bezitten nog slechts zeshonderd dollar. Er wordt veel in het werk gesteld om ze te laten arresteren. Dat lukt niet. Bijna tien miljoen guldens zijn vervlogen (de waarde daarvan is nu 105 miljoen euro). De nationale en internationale gevolgen zijn enorm.  Pincoffs begint in New York een sigarenwinkel. Het draait allemaal op niets uit. Voor hem en vele anderen eindigt het avontuur in een deceptie. Toch hebben Pincoffs’ inspanningen ook veel goed gedaan, bijvoorbeeld voor de stad Rotterdam en voor het accountantsberoep. Zoals Bram Peper, oud-burgemeester van Rotterdam, stelt in de documentaire ‘De IJzeren Eeuw: Het Geheim van Rotterdam’: “Je hebt af en toe mislukkingen nodig om vooruit te komen.” Zo is er sinds 1992 een Pincoffs brug en zelfs een standbeeld voor zijn inspanningen voor Rotterdam….het kan verkeren.

De Pincoffs-affaire wordt vaak genoemd als dé gebeurtenis die heeft geleid tot het ontstaan van het beroep van externe accountant. Het is goed om te beseffen dat de affaire meer de druppel was die de emmer deed overlopen, het omslagpunt. De tijd was eind negentiende eeuw rijp voor het instellen van een externe boekencontroleur. Een eeuw daarvoor bestonden al soortgelijke tendensen, maar die zetten niet door. Er vonden wel controles plaats, maar niet door externe partijen die daarvan hun beroep hadden gemaakt. Het ontstaan van een gespecialiseerde controleur was het gevolg van de economische vooruitgang en de opmars van de naamloze vennootschappen. Het formeel toezien op boekhoudingen kon eigenlijk niet uitblijven. Vertrouwen alleen was niet meer genoeg. Zelfs de uitgebreide steun van Prins Hendrik (vanaf 1877) erevoorzitter van de AHV of van de Belgische koning Leopold II (heel actief in Afrika), konden niet meer helpen.

Rotterdam eert Lodewijk toch nog met een naar hem genoemde brug. Naast het gebouw van voormalige RHV.

Zo was de Pincoffs-affaire het begin van is goeds, de externe controleur die wij vandaag de dag kennen als de (controlerend) accountant. Maar ook zonder de affaire was die controleur er ongetwijfeld gekomen. Het is wel zo dat de Nieuwe Afrikaansche Handels Vennootschap (de opvolger van de problematische A.H.V.) statutair als eerste een controleur benoemt: de heer B.P. van IJsselstein. Wijlen prof. Johan de Vries noemt hem in zijn boek over de geschiedenis van de accountancy in Nederland ‘in zekere zin’ de eerste accountant.  Zo was de ponzi-fraude van Pincoffs en Kerdijk een reden om nu zo’n 140 jaar geleden te starten met onafhankelijke en externe controle….

Greenwashing

In Duitsland is recent (juni 2022) een fraude zaak als Pincoffs-affaire, maar dan met actuele ingrediënten,  aan het licht gekomen…. Het gaat nu dus niet om het  voorstellen van betere financiële resultaten, om het rondpompen van geld en gaten dichten met nieuwe leningen, maar om het beter voorstellen van verduurzamingsresultaten.

Greenwashing of groenwassen is het zich groener of maatschappelijk verantwoordelijker voordoen dan een bedrijf of organisatie daadwerkelijk is. Men doet alsof men weloverwogen met het milieu en/of andere maatschappelijke thema’s omgaat, maar dit blijkt vaak niet meer dan ‘een likje verf’ te zijn.

De term greenwashing wordt meestal gebruikt bij organisaties die iets goeds doen, maar in de kern van het bedrijf nog steeds veel verkeerd doen. Zo kan een bedrijf enerzijds Unicef steunen en anderzijds toch goederen produceren door middel van kinderarbeid. Of een bedrijf kan geld geven aan een milieuorganisatie terwijl de kernactiviteit erg vervuilend is. Het gaat er dus ook om dat de gehele ‘duurzaamheids V&W’ in kaart gebrachtd wordt. Niet alleen de positieve punten.

Overigens niet elke organisatie die aan greenwashing doet, doet dit bewust. In veel gevallen wil men iets maatschappelijks doen, maar ziet men niet in dat het kernproces van het bedrijf ook aangepast moet worden om daadwerkelijk maatschappelijk verantwoord bezig te zijn. Soms is greenwashing de eerste stap naar een daadwerkelijk maatschappelijk verantwoord beleid.  Er zijn ook bedrijven die greenwashing gebruiken om milieutechnisch of maatschappelijk verantwoord over te komen, terwijl ze weten dat ze het niet zijn. Dit zijn de ‘echte’ greenwashers. Vaak dragen deze organisaties hun maatschappelijk verantwoord gedrag breed uit met ‘wij sponsoren X’ of ‘onze producten hebben Y’. Zo deed zich dus dit jaar een kwestie voor in Duitsland:  DWS Group, een dochteronderneming van Deutsche Bank en beheerder van bijna een biljoen euro, zou zich op grote schaal aan greenwashing schuldig hebben gemaakt.

De zaak kwam vorig jaar aan het rollen toen het nieuwe hoofd duurzaamheid van DWS, Desiree Fixler, al na acht maanden de laan werd uitgestuurd. Ze stelde dat DWS sjoemelde met zogeheten ESG-criteria. Dit staat voor ecologisch, sociaal en governance (goed bestuur). Slechts een klein deel van de beleggingen die bij de vermogensbeheerder onder de ESG-noemer vielen, zouden daadwerkelijk aan de criteria zijn getoetst. Naar eigen zeggen probeerde Fixler dit aan te kaarten bij de raad van bestuur, maar vond ze geen gehoor.

Vorig jaar begon de Duitse financiële toezichthouder een onderzoek, dinsdag voerden vijftig agenten in het kader daarvan een inval uit in kantoren in Frankfurt. Volgens de Duitse aanklagers is er bewijs dat DWS de criteria voor duurzaamheid en eerlijkheid bij grote aantallen investeringen niet juist meewoog. Er loopt ook nog een apart onderzoek van de Amerikaanse toezichthouder SEC en de Amerikaanse justitie naar de zaak. De bestuursvoorzitter van DWS, Asoka Wöhrmann, kondigde woensdag zijn ontslag aan vanwege het schandaal. Hij noemde de beschuldigingen ‘ongefundeerd’ en stelde dat het bedrijf zich er lastig tegen kan verweren, volgens een interne memo die persbureau Reuters heeft ingezien.

DWS ontkent dat het zich schuldig heeft gemaakt aan misleiding, maar paste vorig jaar wel zijn ESG-criteria aan, nadat Fixler haar klachten had geuit. Als gevolg hiervan viel in 2021 nog maar 115 miljard euro aan beheerd vermogen onder de groene en eerlijke noemer, ten opzichte van 459 miljard een jaar eerder. Een afname van 75 procent. ‘De inval in Duitsland maakt duidelijk dat ESG-beleggen geen marketingtrucje is: je kunt niet een zeehondje op de cover van een fonds zetten om beleggers aan te trekken en het daar bij laten’, zegt Joost Schmets van beleggersvereniging VEB. ‘Het happy hour voor de financiële sector is als het om greenwashing gaat wel voorbij.’ Tegelijkertijd is niet altijd eenduidig wanneer een investering telt als duurzaam. Er zijn Europese richtlijnen, maar die laten veel ruimte voor interpretatie, aldus Schmets. Zo sluiten beleggingsfondsen en vermogenbeheerders in sommige gevallen complete sectoren uit van hun ESG-beleggingen, zoals de fossiele industrie. In andere gevallen gelden de bedrijven die relatief het duurzaamst zijn binnen hun sector als ESG-belegging, zegt Schmets. ‘Dan kun je de schoonste kolencentrale dus ook laten meetellen.’

Deze onduidelijkheid kwam ook naar voren in een recent onderzoek naar twaalf als duurzaam aangeprezen fondsen op de Nederlandse markt door de toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM). Duidelijke gevallen van greenwashing trof de financiële waakhond niet aan. Wel bleek het begrip duurzaamheid nogal uiteenlopend te worden opgevat.

Er wordt al wel jaren onderzoek gedaan naar vormen van greenwashing. Zo heeft het Belgische organisatie ‘de Transformisten’ vastgesteld dat er 7 vormen van greenwashing zijn. Zie 7 greenwashing technieken van bedrijven | De Transformisten\

Waarom hoera?

Greenwashing is een negatief fenomeen. Echter zoals na aanleiding van Pincoffs goede veranderingen werden doorgevoerd, zou hoop ik dat greenwashing in 2022 ook leidt tot goede veranderingen. We zien dat we qua ESG-regelgeving en toezicht nog maar een het begin staan. Duurzaam is niet eenduidig gedefinieerd. Er zijn diverse richtlijnen om aan ESG-verslaggeving te doen en dan hebben we het helemaal nog gehad over de invulling van de controlerende rol van de accountant op dit vlak. Greenwashing geeft aanleiding om aan al die zaken extra impulsen te geven. Zo worden de huidige en toekomstige accountantsverklaring rondom ESG-verslaggeving vrijwel altijd afgesloten met een oordeel met beperkte zekerheid. Dat is toch beduidend minder dan accountants afgeven bij de jaarrekeningcijfers. Immers dan spreken we van redelijke mate van zekerheid. Ook niet 100%, maar wel (vaak terecht) vertrouwenwekkend.  Dus fraudezaken helpen ons als samenleving om met gevoel van urgentie te werken aan eenduidigheid, in definities, in richtlijnen, in meetmethoden, in controlemethoden en in oordeelsvorming. Het geeft energie, budget en extra inzet om het probleem van greenwashing uit de wereld te helpen.  Accountants kunnen daar zeker hun steentje aan bijdragen.  Er is echter nog wel veel werk aan de winkel….!  Om met Bram Peper te spreken: ‘je hebt soms mislukkingen nodig om verder te komen’.

En de verduurzaming en zeker de verslaggeving daarover zal met vallen en opstaan gebeuren, maar we zijn wel in beweging. En daarbij de druk is enorm, vraag het maar eens aan Shell of de 29 andere bedrijven die milieudefensie via de rechter tot minder CO2-uitstoot wil dwingen….Geen enkel van de 29 bedrijven die Milieudefensie om zijn klimaatplannen heeft gevraagd zit volgens de milieuorganisatie op koers om de klimaatdoelen te halen. Het gaat onder meer om banken, pensioenfondsen, staalproducent Tata Steel, vleesverwerker Vion, Ahold Delhaize, DSM en Boskalis.

De bedrijven hebben soms geen idee van hun volledige CO2-uitstoot en zijn er ook niet altijd transparant over, zegt het onderzoeksbureau NewClimate Institute, dat de plannen op verzoek van Milieudefensie analyseerde.

Milieudefensie vroeg de bedrijven om hun klimaatplannen nadat de organisatie vorig jaar mei een rechtszaak tegen Shell had gewonnen. De rechter oordeelde toen dat Shell de CO2-uitstoot in 2030 met 45 procent moet verminderen ten opzichte van 2019. De rechter bepaalde in mei 2021 ook dat Shell een “zwaarwegende inspanningsverplichting” heeft om de uitstoot die toeleveranciers en klanten met hun producten veroorzaken – ook wel indirecte uitstoot of scope 3-uitstoot genoemd – te verminderen….

En als u denkt mijn (MKB-) bedrijf loopt niet zo gevaar, kijk dan eens naar de invloed die  De stichting Natuurbeschermingswacht Meppel heeft op evenementen in Zuid-West-Drenthe. In maart jongsleden weet deze organisatie via de rechter een motorevenement geannuleerd te krijgen omdat volgens de rechter de gemeente de Wolden bij vergunningverlening onvoldoende naar de effecten op de natuur had gekeken.  Kortom niet alleen nationale bedrijven moeten bewust aan de slag met hun verduurzaming, ook lokaal zullen actiegroepen vervuilende bedrijven daartoe dwingen….als je dan ‘gepakt’ wordt op greenwashing zou dat nog wel eens een enkele reis naar New York kunnen betekenen en dan moet u zich bedenken dat in sigaren anno 2022 geen droog brood meer te verdienen is…..en als greenwasher de plaat poetsen lukt in de digitale wereld veel moeilijker….