In de serie ‘partij van de samenleving’ hierbij de derde blog. Een blog over de toekomst. Niet in 2121 zoals professor Jan Rotmans beschreef, maar laten we zeggen de toekomst van de komende 4 of hooguit 8 jaar.

In de serie ‘partij van de samenleving’ hierbij de derde blog. Een blog over de toekomst. Niet in 2121 zoals professor Jan Rotmans beschreef, maar laten we zeggen de toekomst van de komende 4 of hooguit 8 jaar.

In perspectief plaatsen

In CDV (Christendemocratische verkenningen, versie winter 2021) schreef Marc Jansen ‘Er is iets vreemds aan de hand met de Christendemocratie. Het zou een bloeitijd moeten zijn, gezien de hernieuwde invulling van de relatie tussen staat en samenleving. Overal verschijnen analyses dat het neoliberalisme zijn langste tijd gehad heeft.  We gaan inzien dat we de inrichting van onze samenleving niet aan de krachten van de markt over kunnen laten. Tevens winst en te weinig waarde. Geen brede welvaart! Burgers zijn individuele consumenten en worden niet op hun mogelijke bijdrage aan de gemeenschap aangesproken. Ook de overheid is een ‘marktpartij’ Levert zij niet, dan ontstaat argwaan of zelfs gewantrouwd. En dat uit zich weer in rellen of demonstraties. Andersom is de overheid ook de burger gaan wantrouwen (toeslagen bijvoorbeeld). Eigenlijk is er dus een monsterverbond tussen winstgerichte markt en controlerende, bureaucratische overheid….Veel ruimte dus voor de CDA-visie: overheid en markt niet afwijzen, maar deze twee wel in dienst van de maatschappij plaats. CDV noemt dit de coöperatieve samenleving. We zien dat aan de groei van zorg- en energiecoöperaties.

Overigens is de realiteit wel even anders. Hoezo bloeitijd? CDA en ook zusterorganisatie CDU verloren en verliezen volop in de landelijke politiek.  Vooral aan constructieve middenpartij en aan het kerkhof (of oudere thuisblijvers, zieken en – door covid- onzekere ouderen). De mensen die op Lubbers gestemd hebben zijn nu tussen de 60-90 jaar….! CDA moet zich volgens PG Kroeger niet richten op rechter of linker flanken, maar op nieuwe en jonge kiezers. De belangstelling van jongere kiezers voor de visie van CDA, voor de partij van de samenleving is groot. Jongere generaties geloven in de coöperatieve samenleving.

In de toekomst ziet de partij van de samenleving mijns inziens nog meer maatschappelijke coöperatieve samenwerkingsvormen. Samenleven wordt zo samenwerken. Bijzondere uitspraak van Tine de Moor in CDV (winter 2021) is wel:’ het vreemde is dat de politiek burgercollectieven niet ziet, misschien wel omdat ze voor een deel het overheidsfalen weerspiegelen’.

Partij van de samenleving en goed bestuur

CDA Hoogeveen heeft gekozen voor ‘partij van de samenleving’. Deze slogan slaat op de verhoudingen in de samenleving. Wat het CDA betreft is er meer dan alleen de verhouding markt versus overheid. CDA Hoogeveen zet in op een nieuw sociaal model. Een model met overheid, markt en het maatschappelijk middenveld. Onze woonplaats al zeker 100 jaar zo  in elkaar. Het is de kracht van de ‘eigen kring’ die ons verder helpt. En dat voorkomt ook nog eens overheidsobesitas. Wat CDA Hoogeveen betreft stellen we aan de markt kaders, beperken de rol van de overheid en faciliteren we de initiatieven vanuit de samenleving.

Hoogeveen deugt, P.v.d.S. onderkent dat

Hoogeveen is een plaats met grote maatschappelijke betrokkenheid. Hoogeveen deugt. Kijk maar eens naar de grote hoeveelheid maatschappelijke initiatieven. Zet drie Hoogeveners bij elkaar we hebben weer een nieuwe stichting. In Nederland zijn er 200.000 stichtingen voor een maatschappelijk doel, . We hoeven dus niet op te roepen tot meer burgerinitiatieven. Deze zijn er namelijk al. Bedrijven roepen hun medewerkers op vrijwilligers werk te doen. En de VNG adviseert gemeenten om te werken met nieuwe vormen van financiering waarbij inwoners eigenaar worden. Betekent dit een terugkeer naar een conservatieve verzuilde maatschappijvorm? Het is de heropleving van directe maatschappelijke betrokkenheid van burgers, fondsen en bedrijven. Dit wordt versterkt door online (burger-) initiatieven en de kracht van sociale media. Goed bestuur is dus bestuur waarbij de samenleving wordt betrokken.

Historie bestuurderspartij in Hoogeveen

Zie ook blog P.v.d.S. I (de historie). Het CDA is met haar rechtsvoorgangers al vele jaren dé bestuurderspartij van Hoogeveen. ARP werd al op 3 april 1879 opgericht (zie afzonderlijk verslag ‘CDA en historie van de partij van de samenleving’). En is door de jaren heen de bestuurderspartij met veel succes of veel resultaten. Mooie projecten over de jaren zijn zichtbaar in Hoogeveen. Over de periode 2018-2022 lukte besturen minder goed. Dat wordt het CDA door inwoners aangerekend. En binnen de voormalige coalitie wordt ons dat door GB en CU aangerekend. Overigens is het risico dat er een coalitie zonder het CDA komt daarmee groter dan ooit. Er past ons dus zeker bescheidenheid en als reactie denken dat alleen het zoeken van constructieve verbinding een antwoord kan zijn.

Het besturen over 2018-2022 verliep dus moeizaam omdat de kosten van decentralisaties (met name jeugdzorg) ernstig uit de pas liepen. Grip op de kosten van het sociaal domein wilde niet lukken. Naar 3 jaar grote verliezen bleek de oplossing voor het probleem in juni 2020 voor het CDA veel te mager te zijn.  De middelgrote gemeente kreeg last van arbeidsmarktkrapte en kwam klem te zitten tussen gestrande ambities en mislukte bezuinigingen. Het college van 2018-2020 leek daar niet door te komen. Daarnaast kwam het college herhaaldelijk zwaar onder vuur te liggen omdat in de raad met grof geschut werd geschoten en dat alles as voor CDA de reden om te komen met een ‘zomerakkoord’ met de suggestie daar een passend (lees doortastend)  college bij te zoeken.

Wereld veranderd

Het is zeer duidelijk weergegeven door professor Jan Rotmans in zijn boek ‘Omarm de chaos’ in hoofdstuk 3. Om aansluiting te vinden bij de eisen die de moderne samenleving stelt, moet de overheid zich anders gaan verhouden tot de snel, heftig en wezenlijk veranderende omgeving. De gecombineerde sociale, digitale en ruimtelijke transitie vormt dé grote uitdaging en noopt de overheid tot een fundamentele herbezinning op haar rol en werkwijze. Zeker in de coronacrisis komt dat nog meer bloot te liggen. We kunnen NIET terug naar de allesbepalende, dominante en bureaucratische overheid. Er is een wendbare overheid nodig, die verschillende rollen kan spelen in verschillende domeinen.

Rotmans spreekt over sturende rol, faciliterende rol en beschermende rol. Deze transitie wordt afgedwongen door trends in onze samenleving. We werken anders, we denken anders en we organiseren anders. Het bewustzijn binnen CDA (zeker bij de meeste denkers) dat er alleen maar hoop is voor een coöperatieve samenleving is bemoedigend. Nu nog meer daden zegt Rotmans. Die vier trends zijn:

  1. Opkomend burgerschap (burgers als een micromacht die in staat is een eigen leefomgeving in te richten);
  2. Decentralisaties (meer taken van centrale overheid naar gemeenten, nieuwe besturingsvisie en bezuinigingen);
  3. Digitalisering (invloed en macht van databezitters en techreuzen);
  4. Ruimtelijke integratie (nieuw omgevingswet o.a.)

Het boek van Rotmans is indrukwekkend. Ook door de waarschuwingen, maar ook omdat het in gaat om oplossingen die al ontstaan. Dit is het beeld van Nederland als de zeespiegel met 3 meter stijgt.

De oplossingen spreken we mij aan. Daarom wil ik stil staan bij 3 aspecten die passen in die toekomstvisie van de coöperatieve samenleving. Aspecten waar anno 2022 Hoogeveen nog niet aan toe lijkt, maar ik durf de voorspelling aan: ook in Hoogeveen komt dit eraan…!

A. Werken met burgerpanel(s)

Vertrouwen in de politiek ontstaat pas als we écht mogen meedenken schreef Eva Rovers in Trouw van 23 december 2021. Maatschappelijke steun voor al ambities is cruciaal.

Grote beslissingen, zoals de waterstofwijk of andere verduurzamingsprojecten vragen om meer dan inwoners ‘betrekken’. Enquêtes of inspraakavonden geven niet de ruimte omdat die vaak georganiseerd worden als de plannen al gemaakt zijn.  Een partij van de samenleving geloofd in een betere methode, namelijk de burgerberaden. In een burgerberaad wordt een groep gelote inwoners aan het werk gezet met een complex maatschappelijk probleem. Het beraad laat zich grondig informeren en gaan met elkaar op zoek naar oplossingen die het algemeen belang het beste dienen. In andere Europese landen zijn goede ervaringen opgedaan met burgerberaden. In Ierland hebben burgerraden grote invloed gehad op abortuswetgeving of homohuwelijk. Ook in gemeenten als Amsterdam of Steenwijkerland heeft men burgerberaden toegepast. In België en Frankrijk (Parijs) zijn zelfs permanente burgerraden ingesteld. Hierbij worden deelnemers wel gerouleerd. Er is duidelijk sprake van een nieuwe bestuurscultuur als de gemeente Hoogeveen burgers durft te vertrouwen, die nieuwsgierig naar de kennis en ervaringen van de inwoners. En hen om hulp durft te vragen. Dat geeft de andere inwoners ook veel vertrouwen. De CDA tweede kamerfractie heeft bij monde van Agnes Mulder gepleit voor burgerpanels. En dan met name in het kader van duurzaamheidsopgaven.

Invoering burgerpanels stap dichterbij (cda.nl)

Ook professor Jan Rotmans staat stil bij de burgerraden. Een mooi instrument om de ‘gewone burger’ een mogelijjkheid te geven om een rol te spelen in democratische besluitvorming. Rotmans citeert natuurlijk David van Reybrouck. Die wijst op de voordelen op lange termijn en op de noodzaak dat burgerraden ondersteunt moeten worden. Zelfs voldoende betaald. Als een soort jury-plicht. Rotmans wijs stevig en uitgebreid op de risico’s van het burgerradenmodel. De valkuil van de burgerraden binnen het bestaande systeem. Ook het systeem moet getransformeerd. Rotmans schrijft over fiscale, financiële, juridische en mentale impulsen die nodig zijn. Zie pagina’s 198 e.v. in ‘Omarm de Chaos’. Zeker de paragraaf ‘wat kan jij doen’…zelf ben ik zeer geïnteresseerd in de belastinghervormingen

B. Bewonersbedrijven of bewonerseigendom

De VNG heeft de gemeenten in Nederland in het rapport ‘sociaal sterker de crisis uit’ diverse adviezen gegeven over wat te doen na de coronacrisis.

VNG rapport stelt dat de overheid het niet alleen af kan. Nederland heeft een nieuw (gediversifieerd) sociaal model van drie partijen nodig. Overheid, markt en maatschappelijke betrokkenheid. Deze derde partij moet een sterke positie krijgen en zich zelf ook verder aan het werk. Overweeg nieuwe vormen van veerkracht en eigenaarschap. Dit kan door te kiezen voor een ‘nieuw’ financieringsmodel. Een sociaal financieringsmodel van overheid, markt én particulier initiatief. Laat bedrijven, overheid, maar vooral particuliere inwoners collectief een aandeel krijgen in bibliotheken, buurthuizen, zwembaden, theaters of (lokale) zorgorganisaties.

 

We zouden dus het eigendom van buurthuizen, zwembad en wellicht andere organisaties kunnen omzetten naar ‘community owned’, ook wel publiek eigendom genoemd. Natuurlijk zijn veel van onze maatschappelijke organisaties opgezet in stichtingsvorm, maar eigendom en financiering breed verspreiden onder de inwoners is wel een andere vorm.

 

Leuk bedacht, maar what about the money? Dus hoe gaat ‘de burger’ dat dat allemaal betalen? Nu daar wordt al een paar jaar gewerkt met verschillende middelen. Als eerste speelt overigens subsidie, sponsoring, crowd funding en donaties een rol. Bij subsidie maakt de faciliterende overheid gewoon een businesscase-analyse. Zie voor subsidies ook onderwerp C van deze blog.

Daarnaast hebben we de ‘gemeenschapsaandelen’ en de (inmiddels bekendere) ‘social impact bonds’. Allen een cadeau van de vorige crisis:

  • Community shares 

De community shares zijn in UK en USA een bekend begrip. Hoe werkt het in de UK: Community shares are withdrawable shares that cannot be sold, traded or transferred between members, unlike shares in a typical company. Shareholders become members of the business or organisation they invest in. All members are entitled to one vote – regardless of how many shares they hold.

Community Shares Crowd Funding | Community Shares Co

We hebben zelfs voorbeelden in de nabije omgeving Herenboeren – Samen duurzaam voedsel produceren

Herenboeren vindt zijn oorsprong in het Zuid-Nederlandse Boxtel. Het is eigenlijk het concept van het runnen van je eigen boerderij als een gemeenschap. 200 Huishoudens investeren in eerste instantie elk 2.000 euro om de opstartkosten te dekken en om een ​​professionele boer in dienst te nemen. Ze betalen dan een wekelijkse contributie van ongeveer 10 euro per persoon en krijgen in ruil daarvoor het hele jaar door verse groenten, fruit en soms ook vlees. Herenboeren startte met succes in Boxtel, vond de beste prijzen en balansen die nodig waren om de boerderij te runnen en helpt nu ongeveer 20 andere gemeenschappen om hun eigen boerderij te starten. In de samenwerking waarborgen de leden de collectieve doelen en de gemeenschapsgerichte besteding van de fondsen.

In het Britse systeem van gemeenschapsaandelen is de controle over door de gemeenschap geleide beleggingen nog verder gereguleerd dan in Nederland. We staan dus aan het begin en Hoogeveen kan koploper worden….hoewel dat is vaak niet onze natuurlijk houding…De aandelen worden bijvoorbeeld geleverd met controlemechanismen om deelname voor financiële winstbejag te voorkomen. Meer dan 120.000 investeerders hebben zo’n 100 miljoen pond geïnvesteerd in meer dan 350 gemeenschapsbedrijven, waaronder lokale pubs opmerkelijk goed vertegenwoordigd zijn. We hebben niet zoiets als community shares in Nederland en ik zeg ook niet dat we het model maar moeten kopiëren. Maar standaardisatie helpt soms om het voor gemeenschappen en investerende gemeenschappen gemakkelijker te maken om op gang te komen.

  • Social impact bonds 

Tweede vorm van financiering zijn de social impact bonds.  Er wordt op internationale schaal in toenemende mate gesproken en geschreven over dit minder nieuwe fenomeen:  “social impact bonds” (SIB’s). SIB’s, ook wel ‘Pay For Success contracts’ genoemd, vormen een nieuw en innovatief financieringsarrangement waarbij overheden alleen betalen voor meetbare maatschappelijke effecten nadat deze resultaten zijn behaald. Wat zou dat een mooie optie voor Hoogeveen zijn. Veel  werk te doen in zorg, onderwijs en arbeidsmarkt. Succes wordt dan uitbetaald!

Nieuwe aanpak werkloosheid Utrecht met Social Impact Bond

 

 

Samen met ondernemers en investeerders gaat de gemeente Utrecht de komende 4 jaar 250 werkzoekenden tussen de 17 en 35 jaar aan het werk helpen in de horeca. Hiervoor tekenen vandaag de Rabobank Foundation en maatschappelijk investeerder Start Foundation, horecaondernemers The Colour Kitchen en de gemeente een ‘social impact bond’. Met deze innovatieve samenwerking ondernemen publiek private partijen in een maatschappelijk probleem dat de gemeente helpt besparen.

Bron: Gemeente Utrecht

Voor meer informatie:

Social Impact Bonds (SIB) | RVO.nl | Rijksdienst

opmaak_SIB_bas(correcties).indd (societyimpact.nl)

C.  Social handprint en gebruik MAEX

Stel je wilt als gemeente Hoogeveen graag bijdragen aan brede welvaart en dus het realiseren van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties (en FvD kan dat niet tegen houden….), maar hoe kom je erachter wat er allemaal al in je gemeente gebeurt? Het maken van een social handprint van de lokale initiatieven maakt het zichtbaar, deze handprint kan gebruikt worden om het ‘rendement’ van subsidies te meten.  Dit alles is gericht op realiseren van de ‘betekeniseconomie’. De gemeente Hoogeveen zou middels de betekeniseconomie de SDG’s kunnen na streven. Bron VNG-magazine dd. 3 december 2021

Betekeniseconomie

Gerda Deekens was in 2015 een van de initiatiefnemers van MAEX, het platform dat allerlei sociale initiatieven inzichtelijk wil maken en er ook een ‘beurswaarde’ aan hangt. ‘Sociale waarde is nu nog niet verhandelbaar’, zegt ze, ‘maar daar gaan we wel naartoe. Dat je niet alleen maar kijkt naar de financiële waarde van wat er in de samenleving gebeurt, maar ook naar de ecologische, economische en sociale waarde. Wij hebben de social handprint ontwikkeld als meetinstrument waarmee we duidelijk maken wat een initiatief bijdraagt aan de SDG’s. Met een maatschappelijke beurswaarde kunnen ze deel gaan uitmaken van de betekeniseconomie.’

Daarmee doelt Deekens op de trend dat ‘brede welvaart’ de indicator wordt voor de ontwikkeling van de samenleving, in plaats van het bruto binnenlands product (bbp). Betekenisgeving en zingeving zouden de belangrijkste vorm van waarde-uitwisseling moeten worden.

Bureaucratie

De social handprint zou ook volgens haar de basis voor een subsidie- of financieringsaanvraag kunnen zijn. ‘Het bespaart zowel initiatieven, ondernemingen als fondsen bureaucratie en moeite. En voor gemeenten is het ook interessant: Amsterdam vraagt voor een subsidieaanvraag al een social handprint, Helmond denkt daarover na. Nu weten gemeenten vaak niet wat er met hun subsidie gebeurt, met een social handprint zien ze hoe die echt rendeert. En je kunt het als gemeente ook gebruiken voor je inkoopketen; bedrijven die meedoen in een aanbesteding kun je dan vragen een social handprint in te dienen. Over die mogelijkheid zijn we nu bijvoorbeeld met Utrecht in gesprek.’
MAEX zet ook andere partijen aan het denken. Deekens: ‘Er zijn fondsen die bijvoorbeeld wel buurthuizen een donatie geven, maar een inloopcentrum niet. Dat is best gek, want de waarden die ze genereren, zijn identiek.’
Helemaal nieuw is het idee om aan vrijwilligerswerk een prijskaartje te hangen niet. In 2013 liet Scouting Nederland onderzoeken wat de impact van scouting was op de samenleving als geheel. Het vrijwilligerswerk bespaarde de samenleving jaarlijks 160 miljoen euro, was de conclusie toen. Daarnaast zou scouting nog eens 28 miljoen aan economische toegevoegde waarde leveren. Maar dat was toen nog volgens het oude denken, met het bnp als maat der dingen. De social handprint maakt de koppeling met de internationale VN-doelen, waaraan Nederland zich ook heeft gecommitteerd.

Subsidiekader

In gemeente Helmond wordt het subsidiekader opnieuw bezien. Dortmans: ‘De raad wil toch weten wat een subsidie oplevert. We onderzoeken nu of de social handprint kan bijdragen aan het inzichtelijk maken van de impact van een subsidie. In algemene zin is het positief dat we aan de sociale waarde van initiatieven een prijs kunnen hangen. Wat levert het op, maar ook: wat kost het?’

De social handprint is volgens de wethouder ook een goed communicatie-instrument. ‘Een begroting wordt niet door heel veel inwoners gelezen. Hoe zorg je er voor om onze doelstellingen op het gebied van de SDG’s meer benaderbaar en bereikbaar te maken? Hoe geef je hun het gevoel van: “hé, daar lever ik ook een bijdrage aan”? De SDG’s zijn heel abstract, “iets” van de VN in New York. Maar het gaat soms om kleine dingen. Met dit instrument maak je van iets abstracts iets wat dagelijks herkenbaar is.’

En je hoeft geen Global Goals-gemeente te zijn om mee te doen, zegt Deekens. ‘Gemeenten kijken allemaal naar hun eigen situatie en dan gaat het over meer sociale cohesie, of minder armoede in de wijk. Inmiddels weten we dat bijna alles, tot cultuur aan toe, bijdraagt aan de SDG’s. Ook als je geen Global Goals-gemeente bent doe je dat al, alleen weet je het niet. Waar het om gaat, is dat je inzichtelijk maakt wat er allemaal in je gemeente gebeurt en hoe alle partijen daar gezamenlijk aan bijdragen. Zo werken we samen aan meer impact.’

Bron VNG-magazine dd. 3 december 2021: Buurthuis naar de beurs: sociaal initiatief krijgt een waarde  | VNG