Een blog na aanleiding van een tweet. En men zegt dat je niet moet reageren op twitter, maar ik wilde er toch eens goed over nadenken. Bent u meer van Vertrouwen of Wantrouwen? En waar komt dat wantrouwen dan vandaan? Daarom dit blog. Om zelf van te leren, maar misschien helpt het de lezer ook…

Ergens in de afgelopen maand werd dit bericht gepost. Omdat de plaatselijke media dat leuk vind worden deze tweets ook nog eens ‘nieuws’ in de Hoogeveensche courant. Centraal woord in deze tweet is vertrouwen. Daar wil ik dan ook eens over hebben.

In mijn beroep is vertrouwen een cruciaal item. We kunnen daarin vaak een heel eind meekomen. We spreken dan ook over redelijke mate van zekerheid (95%)….. En in mijn werk als volksvertegenwoordiger is vertrouwen best een worsteling. Wie kun je vertrouwen in de politiek. Het zijn allemaal zelf- of partijgerichte opportunisten. Politiek is volgens de 90-jarige Dries bovenal ‘optiek’ en ‘akoestiek’.  Wat laat ik horen en hoe kom ik over. En daarbij: vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Kortom een moeilijk onderwerp omdat communicatie altijd een zender en een ontvanger heeft en die moeten dan ook nog tijd, energie, kennis en ervaringen bij elkaar weten te brengen….ik ga in 10 kleine paragrafen mijn gedachten hardop ordenen.

  1. Het woord vertrouwen
  2. Vertrouwen gemeten
  3. De tweet nader geanalyseerd
  4. Rol van de media
  5. Geen onderwerp: de SGP
  6. Oorzaak van wantrouwen
  7. Vertrouwen in de politiek kan het?
  8. Lessen geleerd: A. Controle
  9. Lessen geleerd: B. Transparantie
  10. Lessen geleerd: C. Menselijkheid

 

  1. Het woord vertrouwen

Het woord vertrouwen komt van het Middelnederlandse triuwa en betekent oprechtheid en betrouwbaarheid. Rond 1100 klonk nog geregeld de ridderlijke zin: Leistet himo truwa: ‘bewijs hem trouw’. De ridder kon dan bevestigend antwoorden: ‘In an mine trivwe’: ‘op mijn erewoord’. Oorspronkelijk zou het woord ‘trouw’ afgeleid kunnen zijn van deru dat boom betekent. Wij waren dus vrij lang standvastig als een boom. Maar nu klinken er wanklanken en beginnen we te dwalen, want vertrouwen is overgegaan in wantrouwen. Dat ‘wan’ komt al vrij vroeg in allerlei Germaanse talen voor en betekent ‘gebrekkig’ of ‘ondeugdelijk’. Wie wantrouwt, is niet langer standvastig, verlaat zich niet op zijn medemens, geeft hem zeker niet meer zijn erewoord. Een treurige en eenzame situatie waarin deze wantrouwenden verkeren.

Ruim tien jaar geleden schreef hoogleraar economie, Arjo Klamer, een prachtig verhaal over vertrouwen. Hij legde een verband met het Latijnse fides, dat vertaald wordt als ‘geloof’ maar vooral ‘betrouwbaarheid’ betekent. Klamer: “Het Engelse “faith” betekent geloof maar ook vertrouwen. Als ik in een ander geloof, dan spreek ik mijn vertrouwen uit.” Dat vertrouwen kun je nooit helemaal op basis van kennis uitspreken. “Ieder vertrouwen impliceert een sprong.” Waarom durven we die sprong niet meer te maken? Klamer: “Geloven heeft ook met identiteit te maken, met weten wie je bent.” Dat laatste weten we volgens Klamer steeds minder, we veranderen voortdurend van gedachten, wisselen vaker van partner en hoppen van de ene baan naar de andere. We hebben geen duidelijke identiteit meer. Klamer: “Dat geldt ook voor een land. Van dit land, Nederland dus, wordt gezegd dat ze worstelt met haar identiteit en dat is omdat onduidelijk is waar ze voor staat, wat haar bewoners bindt, wat het gemeenschappelijke verhaal is.” Je zou kunnen zeggen dat mensen die hun vertrouwen kwijt zijn geraakt, worstelen met hun identiteit. We moeten hen meenemen in het ‘grotere verhaal’. Van Nederland, maar ook van Hoogeveen.

 

2. Vertrouwen gemeten

Vertrouwen wordt door diverse partijen gemeten en gekoppeld aan ontwikkelingen. Bekendste meting is die van SCP (sociaal en cultureel planbureau). Voor ‘Verwachte gevolgen van corona voor de opvattingen en houdingen van Nederlanders’ vergeleek het SCP in het voorjaar 2020 met eerdere crises als overstromingen en terroristische aanslagen met het coronavirus. De onderzoekers ontwaarden patronen. “Het politieke vertrouwen stijgt eigenlijk altijd”, stelt Emily Miltenburg. “Wetenschappers noemen dat rallying around the flag. In angstige tijden scharen mensen zich graag achter een sterke leider. Dat komt voort uit onzekerheid, maar kan ook waardering voor de eenheid en daadkracht van de regering zijn.”

Terreuraanslagen, rampen of politieke moorden schokken weliswaar het vertrouwen van burgers, maar de effecten daarvan zijn volgens de meerjarige vertrouwenscijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek niet blijvend. Ook de positieve niet. Zo is het hoge vertrouwen van dit voorjaar volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau alweer terug op een gemiddeld niveau. Maar dat gemiddelde niveau vertekend. De verschillen tussen de diverse bevolkingsgroepen groeien. Ook toen het economisch nog goed ging, waarschuwde het SCP er al voor. We drijven van elkaar af, in onze posities op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en op de woningmarkt. Dat tast de solidariteit en het vertrouwen tussen burgers aan. En de coronacrisis heeft de problemen van mensen met wie het toch al niet goed ging, verergerd. Dat geeft minder vertrouwen.

Wereldwijd is deze tendens nog veel sterker. De Edelman Trust Barometer, van een communicatiebureau dat al twintig jaar wereldwijd (economisch) vertrouwen meet, spreekt in 2020 van twee verschillende ‘vertrouwensrealiteiten’. Een kleine geïnformeerde elite die vertrouwen heeft in de gevestigde instanties, media en overheid, versus het grootste deel van de bevolking. Dat zoekt zijn heil in eigen leiders, eigen (sociale) media en keert zich af van de overheid. Ieder op zijn eigen eiland. Wantrouwen voedt zich met de groeiende ongelijkheid in de samenleving. Bubbelonië noemt P.H. Steenhuis dit. We trekken ons terug in onze veilige bubbel. Verliezen we het vermogen elkaar te begrijpen en te bereiken?

“De Forum-stemmer wantrouwt de overheid,” kopte Trouw . Wantrouwen komt op veel plaatsen voor. In de zorg als door klachten over ver doorgevoerde controlemechanismen omdat die allemaal gebaseerd zijn op wantrouwen. Daardoor heeft de werknemer in de zorg geen eigen regie meer over zijn of haar handelen. Of bij functioneringsgesprekken, die eigenlijk alleen maar afvinklijstjes zijn. “Als je ooit van een medewerker af wil, moet je een dossier aanleggen”. Voor die dossiervorming zijn functioneringsgesprekken belangrijk. Ze zeggen meer over ons wantrouwen in onze medewerkers, dan over hun functioneren. Juridisering wint het van in vertrouwen samenwerken?

Nog een partij die vertrouwen onderzoekt: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Ook in het rapport ‘Vertrouwen in elkaar en in de samenleving’ van de WRR uit 2017 gaat over vertrouwen. “Nederland neemt, samen met Zweden, de vierde plek in op de ranglijst van mate van vertrouwen. Alleen in Denemarken, Finland en Noorwegen is het onderlinge vertrouwen groter. In de overige 24 landen in Europa is het vertrouwen lager, waarbij Portugal met 20 procent de rij sluit.” Poeh….dat sluit niet met de tweet. Zou er dan zo grote middengroep zijn die wel vertrouwen heeft….

Wordt het vertrouwen ook in Hoogeveen gemeten? Zou een interessant inkijkje geven in de Hoogeveense bevolking. Ben dan ook benieuwd naar de verschillen. Behoort u tot dat deel van de bevolking, elite of geen elite die geïnformeerd is. Dat is wel het minste wat u in democratie behoort te doen. Zeker met een kieswijzer wordt het u gemakkelijk gemaakt…. Maar ook de gemeente Hoogeveen en haar 7 andere partijen communiceren zich een ongeluk…

 

3. De tweet nader geanalyseerd

Op 28 januari stond een tweet van een actieve Hoogeveense inwoner in op twitter. De tekst luidde: Is het niet erg dat slechts 1 raadslid @GemHoogeveen @BrandvanRIjn, mijn volledige vertrouwen geniet?  De tekst is in relatief statige formulering gegoten. Het gaat om het geniete van vertrouwen. De tweet is gelukkig vragend gesteld. En de tweet bied nog een uitvlucht. Het gaat om volledige vertrouwen. Je zou kunnen zeggen mogelijk zijn er onder de andere partijen nog enkelen die redelijke mate of geringe mate van vertrouwen genieten. Uit verschillende tweets kunnen we wel zien dat mijn partij het volledige wantrouwen geniet. Herhaaldelijk worden we achterbaks, leugenaars en bedriegers genoemd. Dat kwalificeert duidelijk als wantrouwen. De tweet is 4 keer geliket en kent één reactie. Kortom het onderwerp leeft niet echt op twitter.

 

4. De rol van de (sociale) media

Op 28 januari stond een tweet van een actieve Hoogeveense inwoner in op twitter, maar ook vrij snel daarna in de Hoogeveensche courant. In de zomer 2019 ben ik zelf met twitter gestopt. Vele deskundigen geven me daarin inmiddels gelijk en daarom had ik deze intrigerende vraag gemist.

Nieuwe en oude media lopen door elkaar. Door plaatsing in de HC nam de aandacht exponentieel toe. Had het onderwerp nog 4 likes, nu had op eens zo’n 23.000 potentiele lezers (ik ga er vanuit dat in ieder huis in Hoogeveen minimaal 1 persoon de krant doorleest). Wat we niet weten is waarom de plaatselijk pers het leuk vond om deze tweet in de krant te zetten. Had het nieuwswaarde? Was het een stimulerende vraag die Hoogeveners aan het denken moest zetten? Of was het een provocatie de journalisten van de HC de moeite van het in de krant opnemen waard vonden.

Ik vraag me wel af wat een gerespecteerde krant als de Hoogeveensche courant voor doelstelling heeft met het herhalen van deze vaak negatieve of wantrouwende berichten. Grondprincipe als wederhoor zijn daarbij immers niet van toepassing en daarbij is twitter bij uitstek het medium waarbij de wereld onrealistisch kunt versimpelen. Iedereen weet dat de werkelijkheid of de oplossingen voor onze problemen en uitdagingen gemiddeld genomen niet eenvoudig of één dimensioneel zijn. Doet me denken aan een politiek die denkt dat of OZB-verhoging of artikel-12 proberen te verkrijgen de oplossingen zijn. Filosoof Nietzsche bekritiseert niet dat we met ons denken de wereld vereenvoudigen, maar dat we daarmee beweren dat deze vereenvoudiging het echte beeld van de wereld is. De begrippen ordenen zich tot een logische hiërarchie waardoor een systeem ontstaat dat redeneren mogelijk maakt. We zullen de zekerheid echter nooit bereiken doordat we met de rede de werkelijkheid vervormen. Kortom zo eenvoudig is het ook weer niet….Dus is mijn stelling: vereenvoudig een probleem en wantrouw de oplossing.  Zeker als het gaat om ‘wie moet mijn vertrouwen genieten’. Dat kan voor iemand die geen tijd besteed aan het bijhouden van (politieke) nieuwsberichten best een opgave zijn. Maar ook als je alleen maar FB, twitter of Insta gebruikt om je kennis aan te scherpen. Zelfs als je maar één krant leest vraag ik me wel eens af in werkelijkheid iemand leeft.  Gelukkig is er geen verschil meer tussen de verslaggeving in HC en het Dagblad. Daar ben als politiek geëngageerd persoon wel over te spreken.

 

5. Geen onderwerp: de SGP

Nu wil ik deze blog niet stil staan bij de SGP en het vertrouwen daarin. Wel mooi dat de SGP vertrouwen als hun uitgangspunt nemen. Ze zien dit als een sterk punt van hun partij (zie poster). Ik heb de speech van Van der Staaij op dit punt doorgelezen. Het leest als een preek op de zondagochtend in een reformatorische kerk.  Goede exegese. SGP is volgens het Nederlands Dagblad van zaterdag 31 januari 2021 een partij die openstaat voor alle politieke gezindten. Er is ook ruimte voor FvD en PVV. In mijn partij ligt of lag dit gevoeliger. Ik heb het idee dat wij daar wel uit zijn. Citeer daarin nogmaals graag de 90-jarig Dries: ‘PVV schendt de in Nederland gerespecteerde internationale rechtsorde’.

Ik wil nog wel zeggen dat ik de inzet van Brand van Rijn bewonder. Zeker als je dat confronteert met het grote aantal moties en amendementen van zijn hand die het niet gehaald hebben. Hij is bij uitstek de recordhouder 1 voor en 30 tegen. Dat appelleert vast aan een vergelijkbaar gevoel van zij die ook graag (al dan niet met gele hesjes) ten strijde trekken. Respect voor deze strijder!

 

 6. Waar komt wantrouwen vandaan?

We gaan te rade bij psychoanalyticus Paul Verhaeghe (1955), hoogleraar in Gent, gespecialiseerd in de invloed van sociale veranderingen op psychologische en psychiatrische moeilijkheden. De verklaring zo had u al gedacht ligt in de vroege jeugd, en is niet zozeer genetisch. Probeer je eens in te leven in een kleine baby. Negen maanden zat hij in een veilige baarmoeder, plotseling is daar de echt wereld, een wereld die compleet chaotisch is, compleet onbekend, compleet onveilig. Veiligheid ontstaat door de voorspelbaarheid van terugkerende personen en handelingen. Het eerste wat baby’s leren, is dat hun vader of moeder terugkeert bij de wieg. Dat is ontzettend belangrijk, want het kind heeft verlatingsangst en test de ouders uit: het roept ’s nachts meerdere keren om hun aanwezigheid. “Naar verloop van tijd ontstaat bij de baby het vertrouwen dat de ouders altijd terugkeren. Die zekerheid breidt zich, naarmate een kind opgroeit, uit. Een kind leert onderweg dat de zekerheid nooit 100 procent is, dat mensen af en toe struikelen en dat dat meestal niet met opzet is. Zo ontstaat een basisvertrouwen in de ander. “Je hebt ook helaas kinderen die in een omgekeerde wereld opgroeien, die ervaren dat degene die voor hen zorgt absoluut niet betrouwbaar is. Deze kinderen ontwikkelen een basiswantrouwen en gaan daarmee de wereld in.”

“Het basisvertrouwen of -wantrouwen, zoals opgebouwd in de vroege jeugd, speelt zeker een rol, maar is niet het enige. Wie volwassen wordt, verliest sowieso een bepaalde naïviteit. Het basisvertrouwen kan flink beschadigd raken door negatieve ervaringen. Net als dat wantrouwen kan verminderen doordat je lang in een vertrouwde omgeving bent. Wat meespeelt, is het verhaal dat het kind van jongs af aan te horen krijgt over de buitenwereld.

“Het eerste basisvertrouwen dat wij ontwikkelen, richt zich op onze vader en moeder. Later richt vertrouwen zich ook op onszelf. Als een kind één jaar wordt, leert het stappen. Dat is een angstig iets, het moet voor het eerst op eigen beentjes staan. De blikken van vertrouwen die de ouder geeft, zorgen ervoor dat het kind durft te oefenen, dat het zichzelf vertrouwt. Als de ouder het kind geen vertrouwen geeft, dan kan het zichzelf ook niet vertrouwen.

“Wie zich voortdurend wantrouwend opstelt, verkeert voortdurend in een onveilige, stressvolle situatie. De impact van chronische stress op onze gezondheid, zowel lichamelijk als mentaal, is goed bekend”. Hij denkt even na, en zegt dan: “Ik zou graag benadrukt zien dat vertrouwen óók te maken heeft met de manier waarop de maatschappij georganiseerd is.” Hij doelt dan op de hyperconcurrerende maatschappij, waarin de oneindige zelfverwezenlijking en perfectionering van het individu centraal staat. Dit concurrentiedenken, wat hij ziet als een gevolg van neoliberaal beleid, schept volgens de psychoanalyticus een ‘maatschappelijk klimaat van wantrouwen’. En daarbij degene wie een ander wantrouwt, wantrouwt ook zichzelf. Omdat we met de ogen van de ander naar onszelf kijken, internaliseren we dat maatschappelijke klimaat van wantrouwen. Daardoor gaan we niet alleen de concurrentie aan met de buitenwereld, maar ook met onszelf: we vinden onszelf nooit goed genoeg en streven ernaar steeds beter te worden. De vervreemding van onszelf betekent dat we alleen nog zien wat we niet goed doen, in plaats van waar we wel goed in zijn. Dat is niet gezond. En het wordt nog erger. Als je eenmaal een wantrouwend mens geworden bent dan is het heel moeilijk om het tij te keren.  Als je op grond van je ervaringen als eerste reactie anderen wantrouwt, of dat nu mensen of instituties zijn, krijg je een heel selectieve blik. Dan kijk je voornamelijk naar waar iemand bedriegt en liegt. En zoiets vind je altijd wel, want niemand is perfect. Zo krijg je altijd de bevestiging voor wat je op voorhand al vreesde: dat de ander niet te vertrouwen is. Het wordt een zichzelf vervullende profetie. Het pijnlijke is dat je hierdoor de mooie dingen niet meer ziet.” En kun je daar helemaal niet meer vanaf komen? Volgens Verhaeghe kan dat alleen als iemand met een wantrouwende houding voldoende lang in een betrouwbare omgeving zit.  Ik zou wantrouwige mensen daarom aanraden om argumenten te zoeken die tegen hun wantrouwen ingaan. Zoeken naar zaken die positief zijn aan een voorstel of een actie.”

Kortom er kan achter deze tweets een hele wereld schuilgaan, maar er zijn voor politici ook lessen uit te leren. Het creëren van een betrouwbare omgeving. En dat kan volgens Verhaeghe vooral door goede transparantie. Dat nemen we dan straks mee in de lessen die we leren.

 

 7. Vertrouwen in de politiek (de raad van Hoogeveen) kan dat nog?

Nee, niet over het ene raadslid van SGP, maar over de andere 30 daar zou ik het graag over willen hebben. De twitteraar heeft in al deze 30 het vertrouwen verloren. Dat is toch wel ernstig. Zorgelijk. Pijnlijk. Kwalijk. Vreemd. Kortzichtig. Armoedig. Vele woorden komen bij mij boven. Het vraagt niet veel verbeelding, zeker als men de twitteraar over de jaren heen heeft gevolgd dat er in de ‘gevestigde partijen’ geen vertrouwen meer is. Ook de daarmee verbonden politici gaan mee en zinken naar de bodem van het meer van vertrouwen…..vertrouwen in politiek is een bijzonder onderwerp. Houdt velen bezig, maar mij houdt dan ook vooral bezig. Hoe kan ik dat vertrouwen vergroten? Voor deze twitteraar lijkt het al te laat, maar ik weet zeker dat er nog velen zijn die zeggen: de afgeleide democratie is geen gek stelstel. Alternatieven als directe democratie of (het andere uitersten) autocratie of dictatuur zijn geen mooie alternatieven.

 De Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum schrijft prachtig over de betekenis van emoties in onderlinge relaties en in de politiek, zoals woede, vergevingsgezindheid, liefde, compassie, afkeer, schaamte en vertrouwen. In intieme relaties, aldus Nussbaum, is vertrouwen jezelf openstellen voor de mogelijkheid beschaamd te worden, voor verraad of verwonding. Een soort bewuste hulpeloosheid en gewild verlies van controle. Een goed leven leiden als mens vereist volgens haar vertrouwen in het onzekere en een bereidheid om jezelf bloot te geven. Ook als dat schadelijke gevolgen kan hebben. Martha Nussbaum pleit ervoor dat we de ander zien, ongeacht zijn sociale achtergrond. Nussbaum verbindt in haar werk – ze is hoogleraar recht en ethiek aan de universiteit van Chicago – emoties met politieke filosofie. Het politieke is altijd emotioneel, betoogt ze. Zij trekt geen scherpe lijn tussen persoonlijk en maatschappelijk vertrouwen. In een goed functionerende democratie, aldus Nussbaum, verbindt een horizontaal vertrouwen de burgers onderling en moeten we elkaar recht in de ogen kunnen kijken.

Het derde kabinet-Rutte begon de rit onder het motto ‘Vertrouwen in de toekomst’, leuk titel die past bij dit blogje maar Rutte III eindigde met een zwaar geschonden vertrouwen in de democratische rechtsstaat en alle instanties die daar deel van uitmaken, met name de belastingdienst. En daardoor ontstond zo lazen we dit weekend in FD ook intern bij de belastingdienst een vertrouwenscrisis tussen leiding (die de wet wilden uitvoeren) en de medewerkers die nu aangeklaagd de opdrachten van hun management tegen alle menselijkheid in moeste uitvoeren…..  Dat maakt herstel van vertrouwen niet eenvoudig. Onze Pieter Omtzigt pleitte onlangs voor een nieuw sociaal contract. De overheid heeft bijzonder veel macht en kan levens van mensen ‘met een pennenstreek kapotmaken’, zei Omtzigt in een online-lezing voor de Stichting Sociale Christendemocratie in november. Die macht ontvangt ze van de samenleving, om zo in noodzakelijke en gemeenschappelijke behoeften te voorzien. Het sociaal contract zorgt ervoor dat de overheid die macht niet misbruikt. Daarvoor is volgens Omtzigt echte transparantie en controle nodig, waar een zelfbewuste overheid zich vrijwillig aan moet onderwerpen. Pieter Omtzigt vindt het tijd voor een nieuw sociaal contract tussen overheid en burger. Omtzigt grijpt terug op een lange traditie van sociaalcontract-denken. Zeventiende en achttiende eeuwse denkers probeerden de samenleving en het gezag van de staat te verklaren vanuit het idee dat de mens, uit welbegrepen eigenbelang, een deel van zijn vrijheden opgeeft en overdraagt aan de gemeenschap. Het contract werkt twee kanten op. Het begrenst en respecteert vrijheden van burgers onderling, en van de burgers tegenover het gezag, of dat nu een vorst of een democratische overheid is. Op die manier kan het vertrouwen in de overheid mogelijk weer herstelt worden. Ook Hoogeveen werkt aan een nieuwe sociaal contract. In dat traject zouden we onze kernwaarden als toetsstenen meoten gebruiken, maar we kunnen ook leren van de drie lessen die ik uit deze analyse haal:

  • A. Controle
  • B. Transparantie
  • C. Menselijkheid

Ik ga deze nog even kort bij langs.

A. Controle

Hierbij gaat het niet over de controle die uitgevoerd wordt door de overheid, dus niet de controles die de toeslagenaffaire hebben veroorzaakt, maar vooral controles op het beleid en het handelen van de overheid.  Pieter Omtzigt heeft aan dat hij de grondwettelijke taak van controle zeer belang rijk vindt. Hij zegt daarover in Trouw:  Het is de grondwettelijke taak van de Tweede Kamer de regering te controleren. Die taak is veel te belangrijk om aan de oppositie over te laten. Wanneer de regering stukken achterhoudt, zoals bij de Belastingdienst structureel het geval was, dan heeft de burger daar last van. Er kunnen dingen misgaan, sterker, er gáán dingen mis.”

“Mijn kerntaak is het controleren van de regering. Dat doen wij als Kamer veel te weinig, we reageren veel te veel op krantenartikelen en we houden te veel spoeddebatten. Goede wetsbehandelingen vind ik veel belangrijker. Goed controleren is niet hetzelfde als elke dag een motie van wantrouwen indienen.”

Een goede raad kent raadsleden die zich houden aan de Code voor goed openbaar bestuur. Deze code is een imperatief, een opdracht. De code omvat het nastreven door besturen en bestuurders van de volgende eisen: openheid en openbaarheid; integriteit is vereist; streven naar doelgerichtheid; streven naar effectiviteit, legitimiteit, doelmatigheid van bestuur en beleid en handhaving; onderhoudt contacten met burgers, is responsiviteit naar de samenleving en biedt participatiemogelijkheden; aandacht voor verantwoording en het uitvoeren van de controletaak; oog voor evalueren en leren en aan zelfreiniging doen. Hieruit vloeien maatstaven voort voor het handelen van de raad, de fracties en raadsleden zelf.

Ook de gemeenteraad als geheel moet volgens de Wet dualisering gemeentebestuur het college controleren. Dit is één van de basistaken. Een goede raad vervult als basistaken budgettering, verordenen, kaders stellen richting college, controleren. Een goede raad is zich hiervan bewust, kan ermee uit de voeten en geeft er goede invulling aan.  Dus ook de raadslieden in Hoogeveen moet hun taak als controlerend orgaan serieus nemen.  Belangrijkste activiteit in dat kader is wat mij betreft het stellen van de juiste vragen. Niet te weinig en niet te veel.

B. Transparantie

Ook in het kader van transparantie ga ik ten rade bij Pieter Omtzigt.  Hij stelt voor dat de besturende overheid een voorbeeld kan nemen aan de wetenschap. De wetenschap die zoveel vooruitgang heeft gebracht, drijft op transparantie. Wetenschappelijke conclusies moeten controleerbaar zijn, de werkwijze te volgen, de onderliggende data van gepubliceerde artikelen openbaar.  Dat is niet omdat we wetenschappers niet vertrouwen, dat we in elke wetenschapper een potentiële fraudeur zien. Dat is ook niet, omdat we alles willen controleren. Dat is zo, omdat zaken controleerbaar moeten zijn, repliceerbaar. Zo vind je fouten en boek je voortuitgang.

Hetzelfde geldt voor de overheid. Een zelfbewuste overheid onderwerpt zich vrijwillig aan gedegen controle. Een zelfbewuste overheid is uit zichzelf transparant. Dat is niet, omdat we ambtenaren of ministers niet vertrouwen. Dat is niet omdat we overal corruptie en machtsmisbruik verwachten. Dat is omdat fouten op die manier verbeterd kunnen worden, dat de enkeling die zich aan wangedrag schuldig maakt, snel wordt gecorrigeerd. Dat is zo, omdat de goeden niet onder de kwaden moeten lijden.

Want dat is wat er nu gebeurt bij de Belastingdienst. Door het ontbreken van echte rechtsbescherming, van werkelijk toezicht en van echte transparantie kon een kleine minderheid die niet wetsgetrouw was een enorme ellende veroorzaken. Ze maakten niet alleen meer dan 25.000 gezinnen het leven zuur, maar deden dat ook bij wet- en plichtsgetrouwe belastingambtenaren. Intern melding maken van misstanden was niet bevorderlijk voor je carrière. Extern melding maken van misstanden betekende het einde ervan.

Van de bijna 30.000 ambtenaren bij de Belastingdienst is het over-, overgrote deel goedwillend, toegewijd en wetsgetrouw. Het zijn juist deze ambtenaren die het meest onder gebrek aan controle en transparantie lijden. En het is een kleine, verkeerd handelende minderheid die ondertussen zelfs de mars omhoog door de instituties kon maken.

De overheid moet daarom ook een substantieel andere houding aannemen ten opzichte van kritiek. Een zelfbewuste overheid is niet bang voor kritiek. Terechte kritiek, zowel in- als extern, doet geen afbreuk aan een organisatie, maar is het begin van verbetering. Daar hoort ook bij dat individuele fouten, mits natuurlijk binnen redelijke perken, niet rücksichtslos worden afgestraft. Iedereen maakt nu en dan een fout, en het is veel beter om ervoor te zorgen dat deze onvermijdelijke fouten snel en in alle openheid kunnen worden hersteld.

Wat wel met wortel en tak moet worden uitgeroeid, is de cultuur van het koste wat kost fouten verbergen, er tien jaar lang mee kunnen doorgaan, aan de cultuur van onvolledig voorlichten, van het blokkeren van transparantie. Waar een einde aan moet komen is de desastreuze focus op rechtspinnen wat krom is, op het tegen elke prijs proberen te vermijden dat een overheidsorganisatie op korte termijn imagoschade oploopt.

Een zelfbewust college, zelfs of juist een zakencollege is ook transparant. Maar er is een nog belangrijker onderwerp. De menselijkheid.

C. Menselijkheid

De al eerder genoemde filosoof Nussbaum houdt pleidooi voor menselijkheid. Voor het zien van de ander, ongeacht zijn sociale achtergrond. Vaak nemen we onze plek, onze status in de maatschappij voor lief, we schrijven die toe aan onze eigen inspanningen, verdiensten en talenten. Dat vertrouwen in eigen kunnen geeft een heerlijk gevoel, geef maar toe. Gaat het minder met ons, dan is dat botte pech. Of een eenmalige misser, een fout, zand erover. We zeggen uiteraard sorry. Onze eigen fouten wantrouwen we niet, die van anderen wel. Hier ligt een duidelijke overeenkomst met het mensbeeld dat in de kabinetten-Rutte floreerde: dat van de zelfredzame burger die actief participeert en zijn zaakjes voor elkaar heeft. Zo niet, dan vinden we strenge straffen (voor anderen) op hun plaats. Maar van de kwestie van toeslagen leert ons dat wij door regels, procedures, controles en een papieren werkelijkheid heen moeten kijken. Altijd staat achter deze maatregelen staat een echt een mens, iemand van ons. 

Het verhaal van een slachtoffer vertrouwen we pas als we een persoonlijke ontmoeting hebben. Dan wordt zo iemand pas echt een mens, en ‘iemand van ons’. Premier Rutte ging pas anders denken over Zwarte Piet toen ‘mensen met een donkere huidskleur en kleine kinderen’ hem vertelden hoe gediscrimineerd ze zich voelden. Precies dezelfde emoties, uitgeschreeuwd door demonstranten, geprint of gefilmd in de media hadden hem niet overtuigd.

Mark Rutte vielen de schellen pas van de ogen na persoonlijke ontmoetingen met getroffen ouders. Hetzelfde gold voor de gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire. Alle rapporten, signalen, woedende Kamerleden en onthullingen in media ten spijt, de persoonlijke ontmoeting met deze ouders deed premier Rutte en minister Hoekstra pas de schellen van de ogen vallen. Niet voor niets eiste Pieter Omtzigt in het debat over de toeslagenaffaire dat Rutte deze ouders blijft ontmoeten, tot hun problemen zijn opgelost. Kortom we moeten altijd proberen wantrouwen te voorkomen door de mens achter de maatregelen te zoeken, te ontmoeten en beoordelen of de maatregelen in praktijk goed uitpakken….

Kortom we kunnen door onder meer deze drie maatregelen werken aan vertrouwen. Zonder vertrouwen, in welke politieke partij, komen we niet verder en blijven we hangen in wantrouwen….wantrouwen gebaseerd op angst. Maar dat hoeft m.i. helemaal niet. De andere 30 raadsleden zetten zich in voor de inwoners van Hoogeveen. En dat ze het niet eens zijn wil niet zeggen dat u ze niet kunt vertrouwen. Ook raadsleden die andere opvattingen hebben als u kunnen uw vertrouwen genieten. Als ze maar kunnen aangegeven dat ze controleerbaar, transparant en mensgericht zijn.